Koninklijke Marechaussee

De Koninklijke Marechaussee (KMar) is een Nederlands krijgsmachtdeel en is een gendarmerie, een militaire dienst die politietaken uitvoert. In verband met de specifieke (politie)taak van de KMar staat deze echter direct onder de secretaris-generaal van het ministerie van Defensie; uitgezonderd wanneer de KMar in het buitenland wordt ingezet voor andere taken dan de politietaak t.a.v. militairen. Het Commando Koninklijke marechaussee (CKMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet (PW) 2012. De taken worden zowel nationaal als internationaal en tijdens missies uitgevoerd. Daarnaast levert het CKMar dus capaciteit aan de Commandant der Strijdkrachten bij deelname aan (militaire) missies waarbij het CKMar andere taken uitvoert dan die in de PW zijn opgedragen.


Organisatie


De Koninklijke Marechaussee is hedendaags een politieorganisatie met militaire status. De taken en bevoegdheden strekken zich uit tot buiten de militaire organisatie, en ongeveer 95% van het personeel wordt ingezet voor civiele politietaken. De bevoegdheden en taken staan sinds 2007 vermeld in de Politiewet, omdat over de bevoegdheid van de KMar ten opzichte van burgers onduidelijkheid bestond. Krachtens een wijziging (medio 2007) van artikel 4 lid 4 van de Politiewet heeft de KMar ook ten opzichte van burgers alle bevoegdheden van een opsporingsambtenaar van de politie.

In het bestuur van de KMar zijn gezag en beheer gescheiden. Het beheer over de KMar berust bij de minister van Defensie; het gezag wordt uitgevoerd door de gezagsdrager die verantwoordelijk is voor de betreffende taak. Zo worden de vreemdelingen en beveiligingstaken uitgevoerd voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, heeft het Openbaar Ministerie (OM) de leiding bij opsporingsonderzoeken en zijn burgemeesters en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verantwoordelijk voor handhaving van de Openbare orde en Veiligheid uitgevoerd door de KMar.


De Koninklijke Marechaussee bestaat uit de volgende eenheden:

  • Staf Commandant Koninklijke Marechaussee
  • Opleidings- Trainings- en Kenniscentrum Koninklijke Marechaussee
  • Landelijk Tactisch Commando
  • Brigade Brabant-Noord/Limburg-Noord
  • Brigade Brabant-Zuid
  • Brigade Buitenland Missies
  • Brigade Caribisch Gebied
  • Brigade Den Haag Beveiliging
  • Brigade Drenthe-IJsselstreek
  • Brigade Grensbewaking
  • Brigade Hoog Risico Beveiliging
  • Brigade Krijgsmacht en Operationele Ondersteuning
  • Brigade Limburg-Zuid
  • Brigade Noord-Holland
  • Brigade Oostgrens-Midden
  • Brigade Oostgrens-Noord
  • Brigade Operationele Service & Support
  • Brigade Politie en Beveiliging
  • Brigade Persoonsbeveiliging Binnenland
  • Brigade Recherche
  • Brigade Scheldestromen
  • Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
  • Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart
  • Brigade Veluwe
  • Brigade Vreemdelingenzaken
  • Brigade Waddengebied
  • Brigade Zuid-Holland


Geschiedenis


Het Corps de Maréchaussée werd op 26 oktober 1814 door Willem I opgericht ter vervanging van de Franse gendarmerie. Omdat de term "gendarmerie" na de Franse bezetting te beladen werd geacht, noemde de vorst het nieuwe korps "maréchaussée" (tijdens het absolutistische ancien régime werden de leden van de Franse Gendarmerie nationale van 1626 tot 16 februari 1791 officieel maréchaussées genoemd). De marechaussee was ondergebracht bij de landmacht. De taken waren destijds het verrichten van politietaken voor de krijgsmacht, en civiel politiewerk als onderdeel van de rijkspolitie. Gendarmerie- en later marechaussee-eenheden waren oorspronkelijk gekazerneerd; ten opzichte van de gewone politie had dit in tijden zonder telefoon- en radioverbindingen het voordeel dat (ook 's nachts) snel in groten getale kon worden opgetreden. Misdaadbendes zoals die in Brabant in de 19e eeuw, en ook na de Eerste Wereldoorlog een plaag waren, werden inderdaad effectief bestreden. De marechaussee was in sommige kleinere steden zoals Venlo begin negentiende eeuw de enige politie. In 1908 wees koningin Wilhelmina de beveiligingstaak van de koninklijke paleizen toe aan de marechaussee. Voorheen werd dit door tuinlieden gedaan en het op wacht staan bij een paleis heet daarom nog steeds "klompenwacht".


Op 5 juli 1940 voegde de Duitse bezetter de marechaussee in Nederland organisatorisch samen met de rijksveldwacht en de gemeenteveldwacht. Hierdoor verloor de marechaussee haar militaire status en het predicaat Koninklijk. Buiten bezet Nederland bleef de Koninklijke Marechaussee bestaan. Ongeveer 200 marechaussees verzorgden de beveiliging van de Nederlandse koninklijke familie en de politiediensten voor de Prinses Irene Brigade.


Na de Tweede Wereldoorlog werd de marechaussee gesplitst in een Korps Rijkspolitie (ter vervanging van de rijks- en gemeenteveldwacht) en de Koninklijke Marechaussee, die weer een militaire status kreeg. Op 3 juli 1956 werd prinses Beatrix benoemd tot 'Schutsvrouwe der Koninklijke Marechaussee'.


In 1994 gingen rijks- en gemeentepolitie op in 25 regiokorpsen en het Korps landelijke politiediensten. Bij die gelegenheid droeg de rijkspolitie de politie- en beveiligingstaken van Schiphol over aan de marechaussee. In 1998 werd de marechaussee een zelfstandig krijgsmachtdeel. In sommige gevallen kan een buitengewoon opsporingsambtenaar zoals bijvoorbeeld een douanier tot onbezoldigd wachtmeester worden benoemd.


Vanaf 1946 kende de Koninklijke Marechaussee ook dienstplichtigen. Zij werden speciaal hiervoor geselecteerd. Na een opleiding te hebben gevolgd in de Koning Willem III kazerne te Apeldoorn, werden de dienstplichtige marechaussees bij de parate troepen geplaatst. Taken waren voornamelijk het begeleiden van militaire verplaatsingen naar oefengebieden in onder andere Duitsland, België en Frankrijk, verkeer regelen, wegaanduidingen aanbrengen, verkeerspatrouilles uitvoeren, inrichten van verkeerscontrole- en verkeersinformatieposten, controle op de naleving van de wetten, militaire voorschriften, orders, verkeersvoorschriften en het assisteren van beroepscollega’s bij hun werkzaamheden. De eerste dienstplichtige marechaussees werden opgeleid om ingezet te worden bij de politionele acties in het voormalige Nederlands-Indië. In totaal vervulden ruim 33.000 jongemannen hun dienstplichttijd bij het wapen der Koninklijke Marechaussee.